1. Bij ontvangst goed kijken of de geleverde motor niet beschadigd is tijdens transport.
  2. Vergelijk voor inbouw, eerst beide motoren met elkaar.
  3. Monteer altijd een nieuwe distributieriem.
  4. Voor inbouw V-snaar/multiriem, drukgroep/koppeling, keerringen, waterpomp enz. controleren en indien nodig vervangen.
  5. Bij het monteren van het vliegwiel, de bouten altijd met “Loctite” vast zetten.
  6. Inbouwvoorschriften, smeermiddelen en onderhoudsintervallen van de betreffende fabrikant hanteren.
  7. Beschadigde aanbouwdelen vervangen.
  8. Voor ingebruikname van de motor; lucht-, brandstof-, oliefilter en thermostaat vervangen.
  9. Monteer nieuwe bougies.
  10. Controleer het koelsysteem of deze niet verstopt is.
  11. Na inbouw controleren of alle slangen en filters goed zijn vastgedraaid en of deze goed afdichten.
  1. Vervolgens alle vloeistofniveau’s (water, olie) controleren en indien nodig bijvullen.
  2. Indien mogelijk de klepspeling afstellen.
  3. Controleer of alle sensoren korrekt functioneren.
  4. Let er op dat de radiateur gelijkmatig warm wordt en de koelventilator aanslaat.
  5. Omdat onze motoren eventueel langere tijd in het magazijn kunnen hebben gelegen, adviseren wij om de eerst 500 – 1000 km de motor niet vol te belasten, maar voorzichtig in te rijden.
  6. Al onze motoren zijn ontdaan van vloeistoffen, gereinigd en geconcerveerd voor transport.
  7. Aanbouwdelen welke niet tot het draaiende gedeelte van de motor behoren, zoals de dynamo, startmotor, stroomverdeler, vliegwiel, benzine- diesel- en waterpomp vallen niet onder de garantie, mits anders is overeengekomen.
  8. Zal er ondanks al onze zorgen toch nog een probleem voordoen, aarzelt u dan niet om ons te benaderen.